In het bouwbesluit 2012 wordt heel anders omgegaan met verbouwingen dan in het oude bouwbesluit. Dit artikel gaat in op de verschillen tussen het oude en het nieuwe bouwbesluit en geeft enkele voorbeelden hoe er binnen het bouwbesluit 2012 moet worden omgegaan met de verbouweisen.

Verbouwen in bouwbesluit 2003.

In bouwbesluit 2003 is het bouwbesluit onderverdeelt in afdelingen. In elke afdeling wordt een onderwerp beschreven, afdeling 3.20 is bijvoorbeeld daglicht. In elke afdeling vinden we voorschriften voor nieuwbouw en bestaande bouw.

Wanneer een gebouw wordt verbouwd grijpen we eerst terug op de woningwet. In artikel 4 is beschreven hoe moet worden omgegaan met verbouwingen.

Indien een bouwwerk gedeeltelijk wordt vernieuwd, veranderd of vergroot, zijn de voorschriften, bedoeld in artikel 2, voor zover zij betrekking hebben op dat bouwen, slechts van toepassing op die vernieuwing, verandering of vergroting.

 

In dit artikel staat dat bij verbouwen we moeten voldoen aan de nieuwbouwvoorschriften, maar dat alleen die onderdelen aan de nieuwbouweisen moeten voldoen die ook daadwerkelijk nieuw zijn. In het huidige bouwbesluit mogen onderdelen die niet veranderd worden voldoen aan de eisen voor bestaande bouw.

Ontheffing op de nieuwbouw eisen volgens bouwbesluit 2003.

Wanneer we in een verbouwsituatie een nieuw onderdeel niet aan de nieuwbouweisen kan voldoen, of er zijn andere redenen waarom we zouden willen afwijken. Dan konden we volgens de oude regelgeving ontheffing krijgen. Er kon ontheffing worden gegeven wanneer je B&W ervan kon overtuigen dat je in alle redelijkheid niet aan de nieuwbouwvoorschriften kon voldoen. Vaak diende de verbouwsituatie de nieuwbouweisen zoveel mogelijk te benaderen, in sommige gevallen kon worden voldaan aan de eisen voor bestaande bouw.

In veel gevallen was er sprake van willekeur, werden in gemeente 1 makkelijk ontheffingen verkregen, in gemeente 2 deed men er veel moeilijker over. In het bouwbesluit 2012 is alles anders geregeld. Het bouwbesluit kent nu ook verbouwvoorschriften. Dit zou de discussie over aan welke eisen moet worden voldaan een stuk makkelijker moeten maken.

Wat is verbouwen?

Alvorens ons te gaan verdiepen in de verbouwregels moeten we eerst beter begrijpen wat verbouwen is. In het bouwbesluit worden 4 verschillende manieren van verbouwen genoemd:

  • geheel vernieuwen
  • gedeeltelijk vernieuwen
  • veranderen
  • vergroten

Wat precies onder welke onderdeel valt kunnen we niet terugvinden in het bouwbesluit. In de woningwet vinden we hier al iets meer informatie over. Feitelijk heeft de wetgever de exacte omschrijvingen niet gegeven. Deze moeten we daarom halen uit jurispendentie. Wanneer we kijken naar de 4 begrippen dan kunnen we de volgende omschrijvingen toevoegen:

  • Geheel vernieuwen; slopen (tot op fundering) en herbouwen.
  • Gedeeltelijk vernieuwen; gedeeltelijk slopen en herbouwen of bijvoorbeeld slopen tot op het casco
  • Veranderen; aanpassen van het gebouw zonder dat bouwmassa wordt gewijzigd.
  • Vergroten; Aanpassen van het gebouw waarbij de bouwmassa wordt vergroot.

Artikel 1.12 verbouw

Nu we weten wat er onder verbouwen wordt verstaan, slaan we het bouwbesluit 2012 open. Op pagina 10 vinden we artikel 1.12 het verbouw artikel. Dit is een belangrijk artikel. Lid 1 luidt als volgt:

Artikel 1.12 Verbouw
Lid 1: Op het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn wat betreft de hoofdstukken 2 tot en met 5 de voorschriften van een te bouwen bouwwerk van toepassing tenzij in de desbetreffende afdeling voor een voorschrift anders is aangegeven.

 

Wanneer we dit artikel goed lezen dan staat hier dat voor de voorschriften zoals die zijn omschreven in de hoofdstukken 2 t/m 5 van het bouwbesluit, dit zijn de hoofdstukken; veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energiezuinigheid. We moeten voldoen aan de voorschriften van een te bouwen bouwwerk, hiermee worden de nieuwbouweisen bedoelt, tenzij anders bij dit voorschrift is aangegeven.

Het vermoeden zou kunnen ontstaan dat we bij verbouwen dus nog steeds aan de nieuwbouwvoorschriften moeten gaan voldoen. In de praktijk zien we echter dat bij bijna alle voorschriften “anders is aangegeven”. In bijna alle gevallen hoeven we dus “slechts” te voldoen aan specifieke verbouw eisen.

Voorbeeld.

Laten we eens een voorbeeld bekijken. We nemen afdeling 5.1 energiezuinigheid.

We vinden in deze afdeling het verbouw artikel terug onder 5.6

Artikel 5.6 verbouw.
Bij het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de voorschiften van artikel 5.2 niet van toepassing en de voorschiften van artikel 5.3, eerste tot en met vierde lid, en 5.4 van overeenkomstig toepassing, waarbij wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau voor zover dat niveau voor de warmteweerstand niet lager is dan 1.3m2.K/W

 

In het artikel is feitelijk omschreven dat bij verbouwen artikel 5.3 uit de nieuwbouwvoorschriften geldig is, maar dat in plaats van de nieuwbouw eisen mag worden uitgegaan van het rechtens verkregen niveau. De Rc-waarde van een uitwendige constructie dient echter te allen tijde minimaal 1.3 te bedragen.

We hoeven dus bij verbouwen m.b.t. de isolatiewaarde slechts te voldoen aan het rechtens verkregen niveau. We moeten dus weten wat er wordt bedoelt met het rechtens verkregen niveau, als we dat weten, dan weten we ook aan welke eisen we moeten voldoen.

Rechtens verkregen niveau (RVN)

De wettelijke omschrijving van het RVN is een lastige juridische tekst. Wanneer we deze wat meer praktisch vertalen zouden we er de volgende omschrijving voor kunnen geven:

Het rechtens verkregen niveau van een gebouw is het kwaliteitsniveau dat bij een rechtmatig gebouwd gebouw direct voor aanvang van de verbouwwerkzaamheden aanwezig is.

 

Het rechtens verkregen niveau heeft dus niet alleen te maken met de kwaliteit van het bouwwerk zoals deze is vastgelegd in de oorspronkelijke bouwvergunning. Het rechtens verkregen niveau is de kwaliteit van een gebouw, dat rechtmatig is gebouwd, (er is dus ooit een vergunning voor afgegeven), inclusief alle in de loop der jaren rechtmatig aangebrachte verbeteringen. Deze verbeteringen kunnen met een eerdere bouwvergunning zijn uitgevoerd of het betreft vergunningsvrije werken. Aan illegaal aangebrachte verbouwingen kunnen geen rechten worden ontleend.

Voorbeelden uit de praktijk.

Laten we dit eens naar de praktijk vertalen. We willen een woning uitbouwen op de beganegrond. We willen weten welke isolatiewaarde de gevels, dak en vloer moeten bezitten. We willen ook weten aan welke isolatie-eisen de kozijnen, ramen en deuren moeten voldoen.

We bekijken 3 woningen.

  • Een woning uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. De woning is niet geïsoleerd en bezit nog de oorspronkelijke kozijnen met enkel glas.
  • Een woning uit 1985, geïsoleerd met een rc-waarde van 2,0 en voorzien van normale dubbele beglazing.
  • Een woning uit 2010 met isolatiewaarden van 5,0 en HR++ beglazing.

Voor de woning uit 1930 geldt voor het rechtens verkregen niveau dat er geen isolatie is. Op dat moment moeten we isoleren tot de ondergrens zoals deze is vastgelegd in artikel 5.6. De aanbouw dient minimaal een rc-waarde van 1,3 te bezitten. Voor wat betreft de beglazing is geen ondergrens gegeven in artikel 5.6. Dit betekend dat het rechtens verkregen niveau van toepassing is. De aanbouw mag dus worden voorzien van enkel glas.

Voor de woning uit 1985 geldt voor het rechtens verkregen niveau dat de aanwezige isolatie een Rc-waarde van 2,0 heeft. Dit is dus het rechtens verkregen niveau. De aanbouw dient dus minimaal te worden geïsoleerd tot een rc-waarde van 2.0 Voor wat betreft de beglazing dient eveneens het rechtens verkregen niveau te worden aangehouden. Er kan dus normaal dubbel glas worden geplaatst.

Voor de woning uit 2010 geldt voor het rechtens verkregen niveau dat de aanwezige isolatie een rc-waarde van 5,0 heeft. Dat is dus het rechtens verkregen niveau. We hoeven echter nooit een hogere eisen te voldoen dan dat het bouwbesluit voor nieuwbouw voorschrijft. In tabel 5.1 is te lezen dat de isolatiewaarde minimaal 3,5 dient te zijn. De aanbouw moet dus tot dat niveau worden geïsoleerd. Voor wat betreft de beglazing geldt hetzelfde. Het bouwbesluit schrijft bij nieuwbouw een maximale gecombineerde u-waarde voor ramen, deuren en kozijnen voor van 2,2. Dit betekend dat HR-beglazing al voldoet aan de eis en dat in de aanbouw geen HR++ beglazing hoeft te worden geplaatst.

De schrijver van het bouwbesluit heeft echter nog een “grapje” ingebouwd in dit artikel 5.6. Eerder omschreven we de 4 verschillende manieren van verbouwen. Wie artikel 5.6 goed leest ziet dat er slechts 3 verbouwmethoden worden benoemd. Het “geheel vernieuwen” ontbreekt. Betreft de verbouwing dus het geheel vernieuwen, dan zal wel aan de nieuwbouweisen moeten worden voldaan. Dit komt vaker voor. Soms wordt voor gebruiksfuncties het verbouwartikel niet aangestuurd, in die gevallen moet dus ook aan de nieuwbouweisen worden voldaan. Het is dus zaak het bouwbesluit goed en aandachtig te lezen!

Conclusie.

Dit artikel laat zien dat in het bouwbesluit 2012 er heel anders met verbouwingen wordt omgegaan dan dat we gewend waren. In de praktijk hoeft men vaak aan veel minder strenge eisen te voldoen. Het is zaak goed af te wegen of je dit ook wilt. In veel gevallen is het beter zelf een betere kwaliteit te realiseren.

Belangrijk bij de beoordeling van een verbouwplan is dus de kwaliteit van het rechtens verkregen niveau. Dit zal in de toekomst betekenen dat een goede bestaande situatie van belang wordt om dit rechtens verkregen niveau met het bevoegd gezag te kunnen communiceren

Het ministerie heeft ook een infoblad gemaakt over verbouwen en het rechtens verkregen niveau, dit kunt u hier downloaden: infoblad-bouwbesluit-2012-verbouw-en-functiewijziging